woensdag 26 augustus 2009
Vaste waarde met rugnummer 33
Bij de start van vorig seizoen was Erik Falkenburg een relatieve anonymus in de eredivisie, maar bij het opmaken van de balans had de jonge voetballer zomaar dertig wedstrijden voor Sparta achter zijn naam staan.
Aan die doorbraak in het betaalde voetbal heeft Falkenburg in elk geval geen kapsones of sterallures overgehouden, zo maakt zijn arriveren al duidelijk. De Leidenaar parkeert geen blitse sportwagen, maar een tamelijk onopvallend, blauw scootertje, bepaald niet het nieuwste model uit de showroom. Onlangs verruilde hij zijn ouderlijk huis in Oegstgeest voor een eigen appartementje in de Leidse binnenstad. ,,Ik ben in Leiden geboren en ik voel me ook echt een Leidenaar, ook al heb ik vijftien jaar in Oegstgeest gewoond.’’
Op 5-jarige leeftijd sloot hij zich daar samen met zijn twee jaar oudere broer aan bij de vv Oegstgeest. Later volgde een overstap naar UVS. ,,Ik speelde bij Oegstgeest met allemaal oudere jongens, terwijl ik toch al vrij klein van stuk was. Dat was niet altijd even leuk. UVS had een jeugdafdeling die goed aangeschreven stond en daar kon ik wel terecht in een team met leeftijdsgenootjes.’’
Zijn verblijf in de Kikkerpolder bleef beperkt tot een enkel seizoen. Daarin maakte Falkenburg dusdanig veel indruk dat hij stages kreeg aangeboden bij Ajax en bij ADO Den Haag. Toen die clubs hun belangstelling niet concretiseerden en Sparta hem na een proeftraining wel meteen wilde binnenhalen, was de keuze voor Falkenburg snel gemaakt. ,,Tot die tijd had ik puur voor mijn lol gevoetbald, maar ik denk dat elke jonge voetballer er wel van droomt om ooit prof te worden. Natuurlijk heb ik het er uitgebreid over gehad met mijn ouders. Het is nogal wat, om plotseling bijna elke dag naar Rotterdam te moeten reizen voor de trainingen. Maar dat was allemaal heel goed geregeld, met een busje dat me elke keer keurig kwam ophalen.’’
In de jeugdopleiding van Sparta ontwikkelde Falkenburg zich gestaag tot de speler die op 23 januari 2008 zijn debuut zou maken in de hoofdmacht van de Kasteelclub, uit bij PSV. ,,Het is niet zo dat ik vanuit de B’tjes direct ben doorgestoten naar het tweede, het is altijd geleidelijk gegaan. Toen ik achttien was, moest er onderhandeld worden voor mijn eerste profcontract. Dat was wel het moment waarop ik echt besefte dat het iets zou kunnen worden met mijn carrière.’’
Onder Foeke Booy, de coach die hem ook had laten debuteren, groeide Falkenburg vorig seizoen uit tot een vaste waarde in het eerste elftal van Sparta. Aan de zijde van routinier Arne Slot en generatiegenoot Kevin Strootman kwam de Leidenaar tot dertig optredens en drie doelpunten in de eredivisie. ,,Ik begon aan het seizoen met rugnummer 33, dat geeft al aan waar ik vandaan kwam en waar ik in de pikorde stond. Maar daarom had ik ook juist weer niets te verliezen, ik kon vrijuit proberen me te bewijzen. De voorbereiding ging heel goed en vervolgens heb ik vanaf de eerste wedstrijd bijna altijd in de basis gestaan.’’
In de winterstop lichtte Sparta de optie in zijn aflopende contract en amper twee maanden later werd die verbintenis ook nog eens met twee jaar verlengd, zodat Falkenburg nu tot medio 2012 vastligt. De Leidenaar ziet in dat hij zich op dit moment geen betere omgeving kan wensen dan Sparta, dat jonge voetballers voor de leeuwen gooit, deels vanwege een beperkte financiële armslag maar ook vanuit de filosofie die er heerst. ,,Er zijn niet zo veel clubs in Nederland waar een middenvelder van twintig jaar de kans krijgt om dertig wedstrijden per seizoen te spelen.’’
Dit seizoen staat de teller vooralsnog op nul. De competitieouverture tegen FC Twente ging aan Falkenburg voorbij vanwege een onwillige bilspier en afgelopen weekeinde hield de nieuwe coach Frans Adelaar hem negentig minuten op de reservebank in het DSB Stadion van AZ. Hij raakt er niet van in paniek. ,,De trainer weet heus wel wat ik kan.’’
Bij zijn vroegere clubs komt hij intussen eigenlijk nooit meer. ,,Bij Oegstgeest ging ik nog wel eens oud papier in de container gooien. En een paar maanden geleden was ik er uitgenodigd voor de sterrendag. Dat is een soort onderling toernooitje voor de jeugd. Ik heb meegedaan, heb de prijzen uitgereikt, ben met die kinderen op de foto gegaan en heb handtekeningen uitgedeeld. Dat was wel grappig, vooral ook omdat ik me nog kon herinneren dat ik daar vroeger zelf heb staan dringen voor een krabbel van Earnie Stewart.’’
Abonneren op:
Posts (Atom)