vrijdag 11 september 2009

Van rebel tot model


Nog niet eens zo lang geleden liet Luis Suarez zijn intuïtie nog wel eens prevaleren boven afspraken en zijn ego boven het teambelang. Nu is de 22-jarige Uruguayaan aanvoerder van Ajax en ontwikkelt hij zich meer en meer tot een modelprof. ,,Na die overwinning bij FC Groningen had ik een veel beter gevoel dan na mijn hattrick tegen RKC.''

,,Alles is nieuw'', zegt Luis Suarez op een zeker moment. Het gesprek gaat dan over de trainerswisseling bij Ajax, maar het zinnetje had ook kunnen slaan op de verhuizing van het eerste elftal naar jeugdcomplex De Toekomst of op de krachtsverhoudingen in de vaderlandse eredivisie. En in feite hebben Suarez’ woorden ook betrekking op hemzelf. Want de aanvaller heeft een ingrijpende gedaanteverwisseling ondergaan, sinds hij twee jaar geleden Ajacied werd. ,,Ik word ook een dagje ouder,'' lacht de 22-jarige Uruguayaan zijn karakteristieke rij tanden bloot.
Twee jaar terug was hij een veelbelovend, maar nog ongepolijst talent dat bereid was een breuk met FC Groningen te forceren om in Amsterdam terecht te komen. Een nogal recalcitrante jongen, die liever voetbalde op intuïtie dan op basis van afspraken. In zijn grillige spel lagen Zuid-Amerikaans temperament en maniertjes besloten. Schwalbes, opstootjes, fluitconcerten – daar kwam te vaak de nadruk op te liggen. Zo werd werd Suarez vorig seizoen niet alleen tweede op de topscorerslijst achter AZ-spits Mounir El Hamdaoui, op Mihai Nesu van FC Utrecht na had hij ook de meeste gele kaarten achter zijn naam.
Maar dat alles was toen en nu is alles nieuw, Luis Suarez incluis. De rebel van weleer lijkt meer en meer uit te groeien tot een modelprof. De komst van Martin Jol als vervanger van Marco van Basten hangt daar nauw mee samen, beaamt Suarez. ,,Er zijn geen twee trainers te vinden die precies hetzelfde zijn, al zou je het proberen. En allemaal hebben ze hun plussen en minnen. Zo heeft deze trainer als geen ander de gave om iedereen tevreden te houden. Niet alleen de jongens die altijd in de basis staan, maar ook degenen die weinig speeltijd krijgen. De selectie is nog nooit zo hecht en eensgezind geweest als nu.''
Ook Suarez voelt zich gewaardeerd en gestimuleerd door Jol, die de Uruguayaan al snel na zijn aantreden aanvoerder maakte. Die prestigieuze benoeming werkt door in zijn ontwikkeling, voelt de Ajacied. ,,Het is een mooie blijk van waardering, zeker voor een jonge speler zoals ik. Ik ben er trots op om aanvoerder van Ajax te zijn, maar ik besef ook dat het verantwoordelijkheden met zich meebrengt. Ik moet laten zien dat ik de grote speler ben die de trainer in mij ziet.''
Dat probeert de nieuwe captain vooral buiten het veld te doen. In de kleedkamer stelt hij zich bewust zo open mogelijk op, daar waar Suarez voorheen vooral zijn Spaanstalige teamgenoten opzocht. En ook naar buiten toe draagt hij op overtuigende wijze het wij-gevoel uit. ,,Niemand bij Ajax is beter of belangrijker dan een ander, daar moet iedereen van doordrongen zijn. We kunnen alleen kampioen worden als we daar met zijn allen hard voor werken. Samen kunnen we bijna alles.''

De collectiviteitsgedachte klinkt ook door als Suarez terugkijkt op de eerste wedstrijden van het seizoen. Natuurlijk, hij was blij en trots na de hattrick waarmee hij RKC Waalwijk op de knieën kreeg. ,,Maar na de overwinning bij FC Groningen had ik een veel beter gevoel. Als je weet dat Ajax het daar traditioneel heel moeilijk heeft en je blijft dan als team zo overeind, dan geeft dat heel veel voldoening. Ja, meer voldoening dan die drie doelpunten tegen RKC. Zondag had ik mijn twee goals tegen PSV ook zo willen inruilen voor drie punten. Het gaat er uiteindelijk alleen maar om dat wij wedstrijden winnen. En als ik daarmee topscorer van Nederland word, is dat hoogstens mooi meegenomen.''
Mismoedig stelt hij vast dat hij zijn potentie nog te weinig buiten de landsgrenzen heeft kunnen tonen. Sinds Suarez bij Ajax onder contract staat, boekte de club weinig aansprekende resultaten in Europese wedstrijden. Twee jaar geleden versperde Slavia Praag de toegangsdeur naar de Champions League, waarna ook de groepsfase van het UEFA Cuptoernooi werd misgelopen – door toedoen van Dinamo Zagreb. Vorig seizoen strandde Ajax in de vierde ronde van het toernooi dat inmiddels als Europa League door het leven gaat. Olympique Marseille was toen de boosdoener. Suarez: ,,Ajax hoort gewoon thuis in de Champions League. Het is niet goed om daar jaren achter elkaar niet bij te zijn. Ook daarom gaan we er alles aan doen om dit seizoen kampioen te worden. Zodat we het jaar erna weer tegen de sterkste ploegen van Europa kunnen spelen. Die grote wedstrijden, daar droom ik van.''
De realiteit heet Slovan Bratislava en is voor Suarez nog grotendeels een onbeschreven blad. Los daarvan ziet hij in dat de tweestrijd van groot belang is. Mocht de kampioen van Slowakije in twee etappes worden bedwongen, dan is Ajax immers zeker van nog eens zes duels op het Europese toneel. ,,Zo kunnen we ons toch laten zien in het buitenland. Dit mag dan niet het hoogste niveau zijn, maar ook in de Europa League zul je bijna alleen maar aansprekende namen tegenkomen. En daar mag Ajax niet tussen ontbreken.''
In de pas net gestarte race richting het kampioenschap is Sparta de volgende horde voor Suarez en co. Hij is beducht voor de Rotterdamse tegenstand, niet in de laatste plaats vanwege de ontluisterende nederlaag die Ajax vorig seizoen incasseerde op het Kasteel. Die middag luidde achteraf gezien het vroegtijdige vertrek van Van Basten in. ,,Wij waren echt heel slecht die dag'', herinnert Suarez zich. ,,Maar dat neemt niet weg dat ik Sparta echt een goede ploeg vind. Ook zij hebben inmiddels een nieuwe trainer, waardoor ze waarschijnlijk iets anders zullen spelen dan toen. Maar uiteindelijk moet dat allemaal niets uitmaken. Wij spelen thuis en thuis moeten we sowieso altijd winnen. Dat zijn we ook verplicht aan de mensen, aan het publiek.''
Geïnteresseerd en geamuseerd heeft Ajax’ aanvoerder de verrichtingen van de andere teams in de eredivisie gevolgd. ,,Het seizoen is nog jong, maar op basis van wat ik nu gezien heb, is de concurrentie groter geworden. AZ en Twente zijn er in elk geval niet zwakker op geworden, voor PSV geldt hetzelfde en Feyenoord lijkt ook weer aan te haken. Het maakt de competitie leuk en boeiend. Maar echt mooi is het pas als ik straks als eerste de kampioensschaal omhoog mag houden.''


WK als tweede grote doel
Naast de landstitel met Ajax heeft Luis Suarez dit seizoen nog een groot doel voor ogen: deelname aan het WK in Zuid-Afrika. Met de nationale equipe van Uruguay kan hij begin september een belangrijke stap zetten richting die eindronde. De ploeg van bondscoach Oscar Tabarez gaat dan eerst op bezoek bij Peru, de al uitgeschakelde hekkensluiter in de Zuid-Amerikaanse kwalificatiecyclus.
Drie dagen later ontvangt Uruguay in Colombia een van de directe concurrenten voor de vijfde plaats. Die geeft recht op het spelen van een uit- en thuiswedstrijd tegen een ploeg uit de Noord-Amerikaanse zone, met een WK-ticket als beloning voor de winnaar. De vijfde plek lijkt het hoogst haalbare voor Uruguay, dat momenteel achter Brazilië, Chili, Paraguay, Argentinië en Ecuador zesde staat.
In oktober spelen Suarez en zijn landgenoten nog uit tegen Ecuador en thuis tegen het Argentinië van bondscoach Diego Armando Maradona. ,,Het zou voor ons land een grote teleurstelling zijn als we het WK niet halen'', zegt Suarez. ,,We waren er drie jaar geleden ook al niet bij in Duitsland. En dat terwijl we toch een heel goede ploeg en een grote naam hebben. Wij zullen altijd het eerste land blijven dat ooit wereldkampioen werd, in 1930. Historisch gezien zijn we het derde land van Zuid-Amerika, na Brazilië en Argentinië. Er wordt altijd met respect over Uruguay gesproken.''

woensdag 26 augustus 2009

Vaste waarde met rugnummer 33


Bij de start van vorig seizoen was Erik Falkenburg een relatieve anonymus in de eredivisie, maar bij het opmaken van de balans had de jonge voetballer zomaar dertig wedstrijden voor Sparta achter zijn naam staan.

Aan die doorbraak in het betaalde voetbal heeft Falkenburg in elk geval geen kapsones of sterallures overgehouden, zo maakt zijn arriveren al duidelijk. De Leidenaar parkeert geen blitse sportwagen, maar een tamelijk onopvallend, blauw scootertje, bepaald niet het nieuwste model uit de showroom. Onlangs verruilde hij zijn ouderlijk huis in Oegstgeest voor een eigen appartementje in de Leidse binnenstad. ,,Ik ben in Leiden geboren en ik voel me ook echt een Leidenaar, ook al heb ik vijftien jaar in Oegstgeest gewoond.’’
Op 5-jarige leeftijd sloot hij zich daar samen met zijn twee jaar oudere broer aan bij de vv Oegstgeest. Later volgde een overstap naar UVS. ,,Ik speelde bij Oegstgeest met allemaal oudere jongens, terwijl ik toch al vrij klein van stuk was. Dat was niet altijd even leuk. UVS had een jeugdafdeling die goed aangeschreven stond en daar kon ik wel terecht in een team met leeftijdsgenootjes.’’
Zijn verblijf in de Kikkerpolder bleef beperkt tot een enkel seizoen. Daarin maakte Falkenburg dusdanig veel indruk dat hij stages kreeg aangeboden bij Ajax en bij ADO Den Haag. Toen die clubs hun belangstelling niet concretiseerden en Sparta hem na een proeftraining wel meteen wilde binnenhalen, was de keuze voor Falkenburg snel gemaakt. ,,Tot die tijd had ik puur voor mijn lol gevoetbald, maar ik denk dat elke jonge voetballer er wel van droomt om ooit prof te worden. Natuurlijk heb ik het er uitgebreid over gehad met mijn ouders. Het is nogal wat, om plotseling bijna elke dag naar Rotterdam te moeten reizen voor de trainingen. Maar dat was allemaal heel goed geregeld, met een busje dat me elke keer keurig kwam ophalen.’’
In de jeugdopleiding van Sparta ontwikkelde Falkenburg zich gestaag tot de speler die op 23 januari 2008 zijn debuut zou maken in de hoofdmacht van de Kasteelclub, uit bij PSV. ,,Het is niet zo dat ik vanuit de B’tjes direct ben doorgestoten naar het tweede, het is altijd geleidelijk gegaan. Toen ik achttien was, moest er onderhandeld worden voor mijn eerste profcontract. Dat was wel het moment waarop ik echt besefte dat het iets zou kunnen worden met mijn carrière.’’

Onder Foeke Booy, de coach die hem ook had laten debuteren, groeide Falkenburg vorig seizoen uit tot een vaste waarde in het eerste elftal van Sparta. Aan de zijde van routinier Arne Slot en generatiegenoot Kevin Strootman kwam de Leidenaar tot dertig optredens en drie doelpunten in de eredivisie. ,,Ik begon aan het seizoen met rugnummer 33, dat geeft al aan waar ik vandaan kwam en waar ik in de pikorde stond. Maar daarom had ik ook juist weer niets te verliezen, ik kon vrijuit proberen me te bewijzen. De voorbereiding ging heel goed en vervolgens heb ik vanaf de eerste wedstrijd bijna altijd in de basis gestaan.’’
In de winterstop lichtte Sparta de optie in zijn aflopende contract en amper twee maanden later werd die verbintenis ook nog eens met twee jaar verlengd, zodat Falkenburg nu tot medio 2012 vastligt. De Leidenaar ziet in dat hij zich op dit moment geen betere omgeving kan wensen dan Sparta, dat jonge voetballers voor de leeuwen gooit, deels vanwege een beperkte financiële armslag maar ook vanuit de filosofie die er heerst. ,,Er zijn niet zo veel clubs in Nederland waar een middenvelder van twintig jaar de kans krijgt om dertig wedstrijden per seizoen te spelen.’’
Dit seizoen staat de teller vooralsnog op nul. De competitieouverture tegen FC Twente ging aan Falkenburg voorbij vanwege een onwillige bilspier en afgelopen weekeinde hield de nieuwe coach Frans Adelaar hem negentig minuten op de reservebank in het DSB Stadion van AZ. Hij raakt er niet van in paniek. ,,De trainer weet heus wel wat ik kan.’’
Bij zijn vroegere clubs komt hij intussen eigenlijk nooit meer. ,,Bij Oegstgeest ging ik nog wel eens oud papier in de container gooien. En een paar maanden geleden was ik er uitgenodigd voor de sterrendag. Dat is een soort onderling toernooitje voor de jeugd. Ik heb meegedaan, heb de prijzen uitgereikt, ben met die kinderen op de foto gegaan en heb handtekeningen uitgedeeld. Dat was wel grappig, vooral ook omdat ik me nog kon herinneren dat ik daar vroeger zelf heb staan dringen voor een krabbel van Earnie Stewart.’’

woensdag 20 mei 2009

Een warme hand voor Louis van Gaal


Zijn contract in Amsterdam loopt nog twee jaar door en wat de toekomst daarna brengt, daarover heeft Gabri nog nauwelijks nagedacht. ,,Maar ik zou het wel mooi vinden om later te kunnen zeggen dat ik in al die jaren alleen voor Barcelona en Ajax heb gespeeld. Het zijn toch twee clubs die door de jaren heen een speciale connectie hebben opgebouwd.''

Wanneer Ajax vanmiddag met gepast respect de nieuwe kampioen van Nederland onthaalt, mag Louis van Gaal op ten minste één warme handdruk rekenen. In het kamp van de tegenstander komt de trainer van AZ een speler tegen die hij bijna tien jaar geleden liet debuteren in het eerste elftal van FC Barcelona. Real Zaragoza was de tegenstander, Gabriel García de la Torre weet het nog goed. Hij was een broekie van twintig jaar, dat zich in de jaren daarvoor had doen gelden in Barcelona B, het opleidingsteam van de Catalaanse grootmacht. Van Gaal haalde hem in de zomer van 1999 naar de A-selectie en op die 22ste augustus ging zijn droom dan eindelijk in vervulling. Een half uur voor tijd mocht hij invallen. Het klaterende applaus in Nou Camp was niet alleen bestemd voor de gewisselde Luis Enrique, het thuispubliek begroette er ook Gabri mee. Hij was eigen kweek en dus bij voorbaat sympathiek, in een seizoen waarin Barcelona met acht Nederlandse spelers op de loonlijst wellicht wat al te nadrukkelijk oranje kleurde.
Een paar maanden later nam Van Gaal geëmotioneerd ontslag bij de club die hij in de twee seizoenen daarvoor grote sportieve successen had geschonken. Zijn populariteit bij de pers en het Catalaanse publiek was tot een dieptepunt gedaald, maar Gabri spreekt nog immer in warme bewoordingen over de man die hij ook in het seizoen 2002-2003 nog even meemaakte bij Barcelona. ,,Van Gaal en Henk ten Cate zijn de twee belangrijkste trainers die ik in mijn carrière heb meegemaakt. Van Gaal heeft mij destijds de kans gegeven. Alleen al daarvoor zal ik hem altijd dankbaar blijven.''
Zonder in de keuken van AZ te kunnen kijken, schuift de Spaanse Ajacied een groot deel van de credits voor de Alkmaarse landstitel naar zijn voormalige leermeester. ,,Van Gaal slaagt er altijd in om het maximale uit een spelersgroep te halen, dat heb ik aan den lijve ondervonden. Hij is ontzettend veeleisend. Het belangrijkste dat ik van hem geleerd heb, is altijd geconcentreerd en gefocust te blijven. Of het nu een eenvoudige training is of een belangrijke wedstrijd, bij hem mag je nooit verslappen.''
Nog los van de keren dat Ajax en de andere concurrenten het dit seizoen lieten afweten, valt er op het kampioenschap van AZ niets af te dingen, meent ook Gabri. ,,Hun seizoen is een rechte lijn. Over een heel jaar zijn ze verreweg de meest constante ploeg geweest. Dat is geen kwestie van geluk, maar van kwaliteit. Als je drie wedstrijden voor het einde twaalf punten voor staat, kan dat nooit toeval zijn.''
Met meer dan gemiddelde belangstelling volgt hij nog altijd de verrichtingen van zijn eerste liefde. Net als AZ oogt Barcelona dit seizoen zeldzaam soeverein, ook al bevindt Real Madrid zich met zes punten achterstand nog binnen schootsafstand en is de Spaanse titelrace dus nog lang niet gelopen. Gabri kijkt ook met bewondering naar Josep Guardiola, de jonge trainer die de scepter overnam van Frank Rijkaard en met wie hij nog samenspeelde. ,,Hij en ik schelen iets te veel in leeftijd om echt vrienden te zijn, maar we hebben wel veel gemeenschappelijke vrienden. Pep woonde vroeger in een dorpje zes kilometer verderop. Hij was toentertijd al een grootheid, waar je als jongetje tegenop keek. Wat hij presteert als trainer, is ongelofelijk. Niemand in Barcelona twijfelde aan zijn kwaliteiten, visie en verstand van voetbal en iedereen wist dat het er op een dag van zou komen. Maar nu al? Dat had geen weldenkend mens kunnen voorspellen.''
Als trotse Catalaan ziet hij vergenoegd dat zijn generatiegenoten Carles Puyol, Andres Iniesta, Xavi en Victor Valdes tegenwoordig steunpilaren zijn in een collectief met Lionel Messi, Samuel Eto’o en Thierry Henry als onstuitbare aanvalslinie. ''Het is een prachtig elftal, waar ik natuurlijk nog steeds grote verbondenheid mee voel. Al is het de laatste tijd niet zo emotioneel op Barcelona te zien voetballen op tv. Daar is het eigenlijk zelden spannend genoeg voor.''
Het is nu drie jaar geleden dat Gabri vertrok uit zijn vaderland. De drievoudig Spaans international had destijds een periode van aanhoudend blessureleed achter zich, waarin hij had moeten toezien hoe Barcelona onder leiding van Rijkaard weer uitgroeide tot een swingend geheel, dat met twee landstitels en bovenal de Champions League in 2006 ook grote successen vierde. Dat er na zijn langdurige afwezigheid nog een voorname rol voor Gabri zou zijn weggelegd, leek derhalve steeds onwaarschijnlijker. En dus besloot hij in te gaan op de uitnodiging van Henk ten Cate, die als assistent van Rijkaard in drie jaar tijd een vertrouwensband met de revaliderende middenvelder opbouwde en nu bij Ajax aan de slag ging. ,,Het was tijd voor iets anders. Mijn contract bij Barcelona liep af en ik wilde graag eens een tijdje in een ander land wonen.''
Het leven in Amsterdam bevalt hem nog altijd uitstekend. ,,Dat komt ook omdat ik hier bij de club vanaf het eerste begin heel goed ben opgevangen. Je zou misschien denken dat het voor mij als Spanjaard makkelijk is dat er hier veel Spaanstalige jongens in de selectie rondlopen: Oleguer, Dario Cvitanich, Luis Suarez, Bruno Silva. Maar dat geldt vooral voor dingen buiten het voetbal. Juist de mensen van binnen de club helpen je als buitenlander om je aan te passen aan de Nederlandse gebruiken.''
Wat nog ontbreekt aan zijn Amsterdamse periode, is sportief succes. Natuurlijk, Gabri maakte deel uit van de ploeg die in 2007 beslag legde op de KNVB Beker. Maar de prijs waar Ajax in al zijn geledingen naar smacht, is ook dit jaar buiten bereik gebleven, constateert de Spanjaard met spijt in zijn stem. ,,Je merkt aan alles dat deze club ontzettend aan een kampioenschap toe is. Iedereen werkt er keihard voor, maar toch is het al een paar jaar niet gelukt. Dat doet mij ook pijn. Ik denk dat het voor al die mensen een enorme morele injectie zou zijn als wij Ajax komend seizoen alsnog aan de titel helpen.''
Hoe lang hij Ajax nog trouw blijft? Gabri heeft er nog nauwelijks over nagedacht. Wat vaststaat, is dat het contract van de 30-jarige middenvelder nog loopt tot de zomer van 2011. Daarna ligt alles open. ,,Ik denk niet in jaren of getallen,’ zegt hij. ‘Maar ergens heb ik altijd wel in mijn hoofd gehad dat ik op mijn 34ste zou stoppen als voetballer. Als dat bij Ajax is, prima. Want ik zou het wel mooi vinden om later te kunnen zeggen dat ik in al die jaren alleen voor Barcelona en Ajax heb gespeeld. Het zijn toch twee clubs die door de jaren heen een speciale connectie hebben opgebouwd.''

Blessureleed
Zoals Ajax zichzelf rond deze tijd van het jaar maar wat graag had teruggezien op het bordes, spuitend met champagne en zwaaiend met de kampioensschaal, zo kan ook Gabriel García de la Torre zich wel een prettiger omgeving voorstellen dan het krachthonk van sportpark de Toekomst. Toch is dat tijdelijk het tweede thuis van de Spaanse Ajacied, juist nu de Eredivisie zijn ontknoping nadert en zijn team nog drie keer vol aan de bak moet om als tweede te kunnen eindigen. Gabri zal die cruciale wedstrijden tegen AZ, Sparta en FC Twente stuk voor stuk vanaf de tribune bekijken, nu hij worstelt met een blessure – niet voor het eerst dit seizoen. Drie weken terug verstuikte hij zijn rechterenkel, tijdens Jong Ajax-Jong Sparta. In dat duel maakte Gabri juist zijn rentree, nadat een scheurtje in een kuitspier en een lichte hersenschudding hem wekenlang aan de kant hadden gehouden. ,,Het is pure pech,'' zegt hij berustend. ,,Ik maakte een sprong en bij de landing voelde ik mijn enkel wegklappen. Het hoort er helaas bij. Wie voetbalt, kan geblesseerd raken. Dat is altijd vervelend, maar vooral in deze fase, nu de beslissingen vallen.''
Nog zeker twee weken denkt hij nodig te hebben om weer voluit te kunnen rennen. Tegen die tijd is de competitie al voorbij, een competitie die zowel voor Ajax als voor Gabri tamelijk teleurstellend is verlopen. Vooral door blessureleed was zijn inbreng geringer dan in voorgaande jaren. Slechts zestien keer deed de Spanjaard mee, tegen 31 en 26 optredens in de seizoenen hiervoor. ,,Voor mij zit er niets anders op dan revalideren en hard trainen om weer helemaal fit te worden. Ik richt me op het nieuwe seizoen. De voorbereiding begint al op 22 juni en tegen die tijd wil ik er staan.''