maandag 18 oktober 2010

'Magiek ereven lanks?'


Soms is het bijna helemaal stil, buiten het zoemen van de computers en het zachte gemompel van een cursist die voor zichzelf een woordenreeks opleest. Een ochtend taalles aan de Postjesweg. ,,Magiek ereven lanks?’’

Zo veelkleurig als de A4’tjes die aan de muren van het lokaal hangen, zo gevarieerd zijn ook de mensen die er deze vroege vrijdagmorgen naar binnen stappen. Een stel Marokkaanse dames met hoofddoek, een Afrikaan die zijn lange dreadlocks in een fleurige Bob Marley-muts heeft gedrapeerd, een Hindoestaanse man in een sierlijk, donker gewaad, een jonge Chinese die juist onopvallende, westerse kleding verkiest: ze vormen samen een bont gezelschap.
De les van NT2-docente Hadewijch Kapteijn begint officieel om negen uur, maar ze weet uit ervaring dat er tot half tien cursisten blijven binnendruppelen. ‘‘Het is hier een beetje de zoete inval’’, zegt ze met een glimlach. Enerzijds zou ze dat natuurlijk graag anders zien, maar Kapteijn kent ook de achtergronden. ‘‘Je hebt te maken met moeders die hun kinderen eerst nog naar school moeten brengen. Een ander gaat straks juist eerder weg, om op tijd in de moskee te zijn. Deze mensen hebben nu eenmaal allemaal een leven met allerlei verplichtingen die daarbij horen. Daar moeten ze hun taallessen mee zien te combineren.’’
Op al die fleurige velletjes aan de wanden van het lokaal staan korte, Nederlandse woorden afgebeeld. Een beetje zoals het aloude aap-noot-mies, maar in dit geval vormt iedere kleur een min of meer logische reeks: bel, les, boek, uur en week. Of: oog, rug, been, nek, kin, haar. En voor de wat verder gevorderde cursisten is er de lichtblauwe serie: centrum, vliegtuig, reis, trein, paspoort, grens.
Dat het niveau binnen haar groepen soms flink uiteenloopt, is volgens Kapteijn een onvermijdelijk gevolg van de huidige insteek van het onderwijs – plus het feit dat de laatste maanden beduidend meer mensen instromen dan voorheen. ‘‘Iedereen die hier binnenkomt, belandt eerst in een grote vergaarbak. Er zijn mensen die je moet uitleggen wat een schrift is, terwijl anderen al vrij moeiteloos een heel gesprek met je voeren en alle vragen kunnen beantwoorden die je ze stelt.’’


De eerste anderhalf uur staan vandaag in het teken van lezen, schrijven en luisteren. Dat laatste gebeurt op de computers die langs de wanden van het lokaal staan opgesteld. Koptelefoons zorgen ervoor dat de andere cursisten geen last hebben van de luistertoetsen die er worden afgespeeld. Verder heeft iedereen een eigen werkboek tot zijn beschikking, waarin stapsgewijs en afwisselend lezen en schrijven aan de orde komen. Soms is het bijna helemaal stil, buiten het zoemen van de computers en het zachte gemompel van een cursist die voor zichzelf een woordenreeks opleest.
Terwijl Kapteijn rondloopt en iedereen de aandacht probeert te geven die hij of zij nodig heeft, heeft haar collega Olga zich over een Chinese man ontfermd. Hij mag zich deze ochtend verheugen op ruim een uur persoonlijke aandacht. ‘‘Nee, het is niet ‘ikke sterk’. ‘Ik BEN sterk’. En je moet ook niet zeggen ‘ikke geld’, maar ‘ik HEB geld’.’’ En even later: ,,Koos lust geen vis. Koos zegt: vis is vies.’’
Kapteijn bekijkt intussen het dictee dat is ingevuld door een man uit Sierra Leone. Hij blijkt meer antwoorden fout dan goed te hebben en dus moet hij het volgende week nog eens proberen. De docente noteert het op zijn studiekaart. Iedereen heeft zo’n ‘paspoort’, waarop de individuele progressie van cursisten wordt bijgehouden.
De Chinese man verkeert vandaag in een luxepositie, want terwijl hij persoonlijke begeleiding krijgt, wachten zijn twaalf klasgenoten soms minutenlang met smekende ogen op de hulp van Kapteijn. Ze benadrukt een paar hardop dat ze niet iedereen tegelijk ter wille kan zijn. ‘‘Je zult even geduld moeten hebben’’, zegt ze tegen Sulejman, die om kwart over negen de les binnenwandelt en meteen alle aandacht opeist. ‘‘Ik ga eerst de anderen helpen en daarna ben jij pas aan de beurt.’’
Later neemt ze het op voor de jongen. ‘‘Hij is altijd nadrukkelijk aanwezig, letterlijk en figuurlijk. Ik snap dat hij kan overkomen als een bron van onrust, maar in werkelijkheid is Sulejman een van de meest ambitieuze cursisten die ik ken. Hij zit hier elke dag in de studieruimte voor zichzelf te werken, ook als er geen lessen zijn.
Na de pauze worden Kapteijns woorden bevestigd tijdens de spraakles. De klas is nu deels gevuld met nieuwe gezichten, maar ook Sulejman heeft weer plaatsgenomen. Hij zet zijn beste beentje voor en lijkt de stof ook makkelijker op te pikken dan de meeste anderen. Niet zo vreemd ook, want sommigen zijn er vandaag voor het eerst bij. Ze beginnen met een sessie klokkijken, waarna een paar praktische situaties worden nagebootst. Kapteijn gaat bijvoorbeeld pontificaal voor de uitgang van het lokaal zitten en een van de cursisten moet haar vriendelijk vragen of hij mag passeren. ,,Mag ik er even langs?’’
Het zinnetje wordt uitentreuren herhaald, als een soort mantra – ‘magiek ereven lanks – magiek ereven lanks – magiek ereven lanks’ totdat iedereen het min of meer vloeiend kan uitspreken. Straks in de tram op weg naar huis kan het al meteen van pas komen.

maandag 11 oktober 2010

Het bier is op en Kickers verliest


LEIMUIDEN - De horizon gaat schuil achter een grauw deken van onophoudelijk vallend regenwater. Een windvlaag blaast een confetti van gele en bruine herfstbladeren het veld op. Welkom bij Kickers - UVS, voetballen in de polder.

Een uur voor de aftrap, als de hemel zich nog niet heeft geopend, is er voor de kantine van Kickers '69 een amicaal weerzien tussen een groepje UVS'ers en Walter de Kievit. Die laatste was ooit de spits van de blauw-witten, toen die nog in de hoofdklasse voetbalden. Nu komt hij opgefrist onder de douche vandaan, na een potje tussen Kickers 4 en Docos 4. ,,In mijn tijd speelden we hier hoogstens een keer een oefenwedstrijdje’’, zegt De Kievit grijnzend. Zijn tijd, dat is nog maar vijf jaar terug.
In de actualiteit gaat UVS iedere twee weken op visite in de polder, bij gemoedelijke dorpsclubjes die presteren en recreëren proberen te combineren. Kickers ’69 is daar een schoolvoorbeeld van. De derde klasse is zo'n beetje de natuurlijke habitat van de vereniging uit Leimuiden, waar men zich net zo druk kan maken om het feit dat de biertank leeg is als om de verrichtingen van het eerste elftal.
Er is de voorbije dagen volop nagepraat bij Kickers, dat een week geleden de inhaalwedstrijd tegen ONA dacht te winnen. Maar het doelpunt van Dion van der Meer werd niet toegekend, omdat de bal via een gat in het zijnet naast het doel belandde. Twee spelers van de thuisploeg protesteerden zo hevig tegen die beslissing, dat ze met rood mochten vertrekken: Thijs van der Hoorn en topscorer Ronnie Mollers. Trainer Jan Wouters, die geheel tegen de tijdgeest in met een shaggie in de mond langs het veld staat, kan die twee zondaars dus niet opstellen tegen UVS, de aanstaande kampioen. Hetzelfde geldt voor een handvol geblesseerden, waaronder doelman Melvin Angenent, die tijdens de warming-up aangeeft dat hij niet kan spelen. In Richard van der Meer krijgt hij een niet onverdienstelijke vervanger.
De meeste aanwezigen aan de Beukenlaan kiezen er om de wedstrijd tussen Kickers en de gevallen Leidse grootmacht vanuit het clubhuis te bekijken. Daar is Eredivisie Live te volgen op een groot scherm en is het droog, vooral droog. Langs de lijn zijn de toeschouwers eenvoudig te tellen aan de hand van het aantal opgestoken paraplu's. Voor nu is dat de beste bescherming, in afwachting van de tribune die Kickers in de loop van dit seizoen gaat neerzetten. Het is een tweedehandsje, overgenomen van Be Fair uit Waddinxveen.
Het is al met al geen bijster inspirerende setting voor UVS, dat aan twee korte oplevingen genoeg heeft om ook deze wedstrijd eenvoudig tot een goed einde te brengen. Halverwege de eerste helft scoort Shemiel Constancia twee keer, eerst vanuit een tamelijk lastige hoek na het omspelen van Van der Meer en vijf minuten later met een mooie kopbal. Omdat Ronnie Balder weer vijf minuten verder voor de aansluitingstreffer zorgt, blijft het in elk geval op papier nog even spannend. De nummer negen van Kickers profiteert van een fout van Danny de Groot, de doelman van UVS die in het bekerduel met Alphense Boys uitviel met een ogenschijnlijk serieuze knieblessure en bij zijn rentree bepaald geen toonbeeld van rust en vertrouwen is.
Mark Hermenet is een van de mensen die de wedstrijd vanonder een paraplu volgen. Net als De Groot raakte hij vorige week geblesseerd, maar zijn kwetsuur is wel tegengevallen. Een gebroken sleutelbeen zal de linksback voorlopig aan de kant houden.
Met Tim van der Voort als vervanger van Hermenet heeft het in een foeilelijke kleurencombinatie spelende UVS na rust weer een periode van vijf minuten nodig om de achtste seizoenszege veilig te stellen. Een diagonale schuiver van Constancia betekent 1-3, een harde vrije trap van Ronnie Verplancke 1-4.

Kickers '69 - UVS 1-4 (1-2). 18. Constancia 0-1, 23. Constancia 0-2, 28. Balder 1-2, 69. Constancia 1-3, 74. Verplancke 1-4.
Scheidsrechter: De Wit. Toeschouwers: 200.
Kickers '69: R. van der Meer, Van Iperen, Verhoeven, S. van der Hoorn, De Graaf (66. Swier), W. Waasdorp, J. Waasdorp (66. Van Breen), Balder, Hendriks, Straathof, Broers.
UVS: De Groot, Prins, Neuteboom, Onderwater, Van der Voort, Escudero, Verplancke (79. Sebrechts), Van Es (66. Hogeboom), Akhamrane, Constancia (81. Luiten), Van Leeuwen.

Foto: Orange Pictures/Laurens Lindhout

vrijdag 1 oktober 2010

Voor altijd warme band met Auxerre


Hoe vurig hij vanavond ook hoopt op succes voor Ajax, Teemu Tainio zal altijd een warme band blijven voelen met Auxerre, de provincieclub die hij zevenenhalf jaar diende. ,,De mensen daar hebben mij destijds fantastisch opgevangen, ik ben er als mens en als voetballer volwassen geworden en mijn beide kinderen zijn in Auxerre geboren. Plus: ik heb er wijn leren drinken", grapt de Fin, die hersteld is van een hamstringblessure.

Vanuit zijn geboorteplaats Tornio, een stadje van twintigduizend inwoners in de noordelijke provincie Lapland, is het amper twee uurtjes rijden naar de poolcirkel. Teemu Tainio kan smakelijk vertellen over de momenten waarop de Finse winter al weer genadeloos was ingevallen, maar hij als klein ventje de drang toch niet kon weerstaan om met zijn voetbal naar buiten te gaan. ,,Daar speelde ik dan met vriendjes uit de buurt, ook al wees de thermometer twintig of zelfs dertig graden onder nul aan. We waren soms aardig verkleumd als we weer naar binnen gingen, maar dat hadden we er voor over. Daar in Tornio duren de zomers zo kort. Voor je er erg in hebt, is het voetbalseizoen weer voorbij."
De logische keuze voor een jongen uit die contreien is ijshockey, nog altijd sport nummer 1 in Tainio’s vaderland. ,,Ik heb het in mijn jeugd ook gedaan. Als je ook in de winter aan een teamsport wil doen, is er gewoon geen andere keuze. Voetbal is de laatste decennia wel sterk gegroeid, vooral dankzij de prestaties die Jari Litmanen en ook Sami Hyypiä in het buitenland hebben neergezet. Inmiddels spelen er heel wat jongens over de grens, maar voor de nationale ploeg zal het altijd een probleem blijven dat de competitie in Finland zo kort duurt. Een groot deel van de interlands wordt gespeeld als het voetbal bij ons stil ligt." Nog nooit overleefde Suomi de kwalificatiecyclus voor een WK of EK, zoals de ploeg van de Schotse bondscoach Stuart Baxter nu al weer flink achterop ligt in de poule waarin ook het Nederlands elftal acteert.
Teemu Tainio droeg al meer dan vijftig keer het Finse shirt, maar de EK-kwalificatiewedstrijd van vorige week tegen Hongarije liet hij aan zich voorbij gaan. ,,Ik was wel opgeroepen en vind het altijd een grote eer om mijn land te vertegenwoordigen, maar op dit moment was het verstandiger om hier in Amsterdam te blijven, om helemaal fit te worden en me te concentreren op mijn werk bij Ajax." De middenvelder tobde een tijdje met een hamstringblessure, opgelopen tijdens zijn invalbeurt in de UEFA Champions League tegen Real Madrid.


Sinds zijn overgang van Sunderland naar Ajax op de slotdag van de transfermarkt werd bezegeld, verheugt de 30-jarige Tainio zich al op de dubbele confrontatie met AJ Auxerre, de club waar hij zevenenhalf jaar onder contract stond. ,,De loting was al bekend toen ik tekende, dus ik wist wat me te wachten stond. Vandaag en over twee weken zal ik er alles aan doen om Ajax aan overwinningen te helpen, maar los daarvan zal ik altijd een ontzettend warme band met Auxerre blijven voelen. De mensen bij die club hebben mij destijds fantastisch opgevangen, ik ben er als mens en als voetballer volwassen geworden en mijn beide kinderen zijn in Auxerre geboren." En hij heeft er wijn leren drinken, grapt Tainio.
De Fin was net 18 jaar toen hij in Frankrijk arriveerde. Een jaar eerder had hij als speler van de Finse landskampioen FC Haka Valkeakoski een tijdje meegetraind bij PSV en bij Manchester United, maar hij koos er uiteindelijk voor om eerst zijn dienstplicht te vervullen. Na acht zware maanden in het leger bleken de clubs hem nog altijd niet vergeten. ,,Ik kon onder andere naar AC Milan en naar Manchester United, maar daar zou ik in een jeugdteam komen. Ik had een beter gevoel bij Auxerre, waar ik een week heb rondgekeken en meegetraind. Het was een perfecte plek voor een jonge speler om door te groeien."
Niet voor niets heet de club voluit Association de la Jeunesse Auxerroise: vereniging van de jeugd van Auxerre. Tainio: ,,Hun opleiding is fantastisch georganiseerd, een beetje volgens hetzelfde systeem dat ook hier bij Ajax wordt gebruikt. Alle jeugdteams spelen op dezelfde manier, zodat iedereen elkaar begrijpt en de doorstroming optimaal is. Wat dat betreft lijken de twee clubs wel op elkaar. Ze zijn allebei heel bewust bezig met het opleiden van eigen talenten, als basis voor het eerste elftal."
Sinds zijn vertrek in 2005 is hij er nog niet terug geweest, maar Tainio weet zeker dat er heel wat warme omhelzingen zullen zijn als hij over twee weken met Ajax het Stade Abbé Deschamps binnenwandelt. ,,In de huidige selectie van Auxerre zitten nog maar twee spelers die er in mijn tijd ook al bij waren: Jean-Pascal Mignot en Stéphane Grichting. Maar de mensen bij de club ken ik nog allemaal. Ze zijn trots, zoals de hele stad trots is op de voetbalclub. Ga maar na: er wonen veertigduizend mensen in Auxerre en er gaan twintigduizend mensen in het stadion."
Glimlachend verhaalt hij over Guy Roux, de legendarische trainer die Auxerre maar liefst 44 jaar lang onder zijn hoede had. ,,Behalve onze coach was hij ook een soort vaderfiguur, zeker in de begintijd. Het was toch best lastig om je draai te vinden in een omgeving waar niemand Engels sprak. Nu spreek ik vloeiend Frans, maar aanvankelijk communiceerden we hoofdzakelijk met gebaren. Met twee andere jongens woonde ik destijds vlakbij het stadion. Soms klopte de trainer daar zomaar aan en dan ging hij een pot thee zetten voor ons. Een prachtige man."
Dat hij zijn eerste buitenlandse werkgever bijna acht jaar trouw bleef (Tainio kwam in de winterstop van het seizoen 1997-1998 naar Auxerre, na afloop van de Finse competitie), vindt hij zelf niets om van op te kijken. ,,Goed, je ziet het niet veel, dat een profvoetballer zo lang bij dezelfde club blijft. Maar ik had het daar goed naar mijn zin, groeide nog steeds door en we waren als ploeg behoorlijk succesvol. Met Auxerre heb ik twee keer de Franse beker gewonnen en we hebben ook toen Champions League gespeeld. Bovendien zit het verhuizen-om-het-verhuizen helemaal niet in mijn natuur. Als ik ergens goed zit, is het goed."


Zo is het nu zijn insteek om verlenging af te dwingen van de eenjarige verbintenis die hij eind augustus tekende in Amsterdam. ,,Bij elk contract dat ik onderteken, heb ik een plan voor de iets langere termijn. Dat is nu ook zo. Ik wil het hier zo goed mogelijk doen en hopelijk de komende jaren ook nog een bijdrage kunnen leveren aan het team. Dat is lastig in de voetballerij, want je hebt het traject van je eigen carrière niet altijd in de hand. Toen ik in 2005 naar Tottenham Hotspur ging, was dat iets onwerkelijks. De Premier League is voor Finnen het hoogst haalbare en Tottenham was altijd al mijn droomclub geweest. Ik heb er ook een fantastische tijd gehad, met Martin Jol als trainer werden we twee keer vijfde. Maar toen kwam er een andere manager en was er geen plek meer voor mij. Zo is het ook gegaan bij Sunderland, waar na een jaar een nieuwe trainer kwam."
Na een seizoen op huurbasis bij Birmingham City, waar hij mede door blessureleed maar zes keer in actie kwam, besloot Tainio verder te kijken. Een langer verblijf in de Engelse middenmoot was zeker mogelijk geweest, maar toen hij hoorde van de interesse uit Nederland was zijn voorkeur snel duidelijk. ,,De naam Ajax heeft nog altijd een magische klank in Finland, door de dingen die Jari hier voor elkaar heeft gekregen. Feitelijk is iedereen in Finland daardoor nog steeds fan van Ajax. Ik heb dat ook meegekregen. Toen Ajax de Champions League won, was ik vijftien jaar. Om een Fin zoiets te zien bereiken, dat was een enorme inspiratiebron voor een jonge voetballer als ik."
Dat hij later ploeggenoot van Litmanen zou worden bij het nationale elftal, dat kon Tainio toen nog niet vermoeden. ,,We zijn nu gewoon collega’s, in die zin kijk ik niet meer tegen Jari op. Los van wat hij bereikt heeft in zijn loopbaan, zijn we ook compleet verschillende voetballers. Hij is een pure, natuurlijke nummer tien. Terwijl ik het meer van hard werken moet hebben. Ik mocht me graag spiegelen aan Edgar Davids, toen we nog ploeggenoten waren bij Tottenham."