vrijdag 5 april 2013

Gerijpt als een goede rode wijn


Niet voor niets stond het hele vaderlandse journaille, aangevuld met tal van Belgische collega’s, de voorbije maanden in de rij voor een interview met de aanvoerder van Ajax, de gangmaker ook achter het huidige succes. Het zou wel eens de laatste gelegenheid kunnen zijn, nu de kans aanzienlijk lijkt dat Jan Vertonghen na de zomer elders voetbalt, bij een andere club, in een grotere competitie. ,,Nederland is net als België puur een opleidingsland. Spelers die het allerhoogste niveau nastreven, moeten hier niet hun hele leven blijven zitten.''

TEKST • MAARTEN DEKKER

Jan Vertonghen besefte laatst ineens dat hij bijna de helft van zijn voetbalcarrière in Amsterdam heeft doorgebracht. Het zijn gedachtes die door zijn hoofd schieten, staande op een kruispunt in zijn carrière. ,,Na zes jaar bij mijn amateurclub, VK Tielrode, en nog vier jaar bij Germinal Beerschot is dit mijn negende seizoen bij Ajax,'' somt de Belgische verdediger op. ,,Wellicht ben ik inmiddels wel meer Amsterdammer dan Belg. Hier in deze stad ben ik volwassen geworden en heb ik mijn sociale leven opgebouwd. Alles speelt zich af in Amsterdam. Ik woon er, mijn vriendin komt hier vandaan, mijn vrienden, Ajax, noem het maar op. Ik weet niet beter meer.''
Als hij al terugkeert naar België, wat amper voorkomt, dan is het voor een verjaardag in de familie. Of voor interlands met de nationale ploeg. Heeft de Amsterdammer Vertonghen ergens het gevoel dat hij een uitwedstrijd speelt als hij met de Rode Duivels aantreedt in het Brusselse Koning Boudewijnstadion? ,,Dat voelt soms wel zo ja,'' glimlacht hij. ,,De mensen in België kennen mij eigenlijk ook een stuk minder goed dan jullie in Nederland. Komt natuurlijk ook doordat ze me niet hebben zien opgroeien in hun eigen competitie. Ik was toen al weg.''
Jan Bert Lieve Vertonghen, een rustig menneke van het Vlaamse platteland, verhuisde op zijn 16de naar Nederland, naar de ‘grote stad’ Amsterdam. ,,Ik was een bescheiden, beetje timide jongen, het type dat altijd eerst de kat uit de boom kijkt. Heel anders dan de stereotiepe grote bek die mensen met Amsterdam associëren. Natuurlijk ben ik sindsdien veranderd, maar dat komt denk ik vooral doordat je mensen leert kennen en mensen jou leren kennen en je je gaandeweg automatisch wat opener opstelt.''
Hij was misschien geen supertalent dat als tiener al zijn mannetje stond tussen de echte grote kerels, maar meer iemand die moest rijpen, als een stevige rode wijn die met de jaren steeds voller en beter wordt. Een beetje verdedigers eigen. Er was destijds dat curieuze doelpunt namens Jong Ajax, in een bekerwedstrijd tegen Cambuur, waarmee hij ongewild zijn eerste bekendheid verwierf. De Friezen speelden de bal buiten om een blessurebehandeling mogelijk te maken, Vertonghen wilde hem daarna volgens de ongeschreven regels retourneren, maar zijn ‘terugspeelbal’ op keeper Peter van der Vlag verdween zomaar in het doel. De volgende dag had iedereen het erover, in bedrijfskantines, op schoolpleinen, bij de benzinepomp.
Zesenhalf jaar later is de belofte van toen Ajax’ boegbeeld van nu. Jan Vertonghen staat in het licht van de schijnwerpers, als vaandeldrager van een team dat een opmerkelijke inhaalrace wederom ziet uitmonden in het kampioenschap, maar ook als gevolg van de uitmuntende vorm die hij de laatste maanden zelf etaleerde. En dan is er nog die vermeende belangstelling van grote buitenlandse clubs, de geruchten over een vertrek in de komende zomermaanden. Iedere journalist met Ajax in zijn portefeuille wilde er de voorbije weken het zijne van weten: bij de persafdeling van de club stapelden de aanvragen voor een interview zich op.

ATYPISCHE VOETBALLER
Maar Vertonghen kan desgewenst nog altijd terugstappen in de relatieve anonimiteit, zo beaamt hij. Hij geldt als een ietwat atypische voetballer, een jongeman die nog wel eens een boek leest, die graag een pubquizje mag spelen en die met zijn vriendin Sophie theatervoorstellingen bezoekt. Daar, in dat culturele wereldje, weet bijna niemand wie hij is, want voetbal is er geen item. Heerlijk, in elk geval op zijn tijd. ,,Je zult mij niet horen zeggen dat die wereld mooier of beter is dan de voetbalwereld, maar het ik vind het persoonlijk wel prettig om af en toe over andere dingen te kunnen praten en andere gezichten tegen te komen.''
Zijn persoonlijke ontwikkeling loopt synchroon met de evolutie die hij als voetballer doormaakte. ,,Toen ik hier net kwam kijken in de jeugdopleiding, was ik ook in mijn spel rustig en bescheiden, afwachtend zelfs. Maar ik kan tijdens een wedstrijd ook heel emotioneel zijn, anders dan buiten het veld. Dat driftige heb ik als voetballer altijd gehad en ik probeer het wel in te tomen, maar het zal wel nooit helemaal weggaan. Maar dat hoeft ook niet. Als je gaandeweg maar ontdekt dat het soms nuttiger is om de rust te bewaren. Ik denk dat ik me ook in dat opzicht goed ontwikkeld heb, wat samenhangt met de ervaring die je opdoet en het zelfvertrouwen dat je daarmee opbouwt. Dat zelfvertrouwen probeer ik ook uit te stralen. Sommige mensen verwarren dat wel eens met arrogantie, maar zo is het echt niet bedoeld.''
Het was roerig als nooit tevoren, dit voor Vertonghen mogelijk laatste seizoen bij Ajax. Rode draad daarin was de door Johan Cruijff ontketende Fluwelen Revolutie, die enerzijds voor een voortdurende stroom aan publiciteit en onrust rond club zorgde, maar daarmee ook de aandacht afleidde van de sportieve problemen waarmee het eerste elftal lange tijd worstelde. ,,Veel van wat er gebeurd en gezegd is, was in principe voor niemand goed. Maar het had gek genoeg ook een positieve kant. Door al het rumoer in de kranten en onder de supporters zijn wij als eerste elftal wel een beetje buiten schot gebleven. Ook in de periode dat het gewoon heel slecht ging. Normaal kan de trainer of de spelersgroep dan wel eens onder vuur komen te liggen, maar omdat iedereen focuste op andere dingen hebben wij in relatieve rust aan een ommekeer kunnen werken.''


Dat het er halverwege de competitie allerminst naar uitzag dat Ajax zijn titel zou prolongeren, verklaart Vertonghen vooral vanuit de waslijst aan blessures die de selectie van Frank de Boer in die periode trof en het ontbreken van automatismen in het steeds van samenstelling wisselende elftal. ,,Het is een feit dat we een tijdlang heel erg zoekende zijn geweest. We misten meerdere jongens die normaal basisspeler zouden zijn geweest en met de overgebleven poppetjes was het puzzelen wie het beste op welke plek kon staan. Het leek soms wel alsof wij in het veld op zoek waren naar een eigen identiteit.''
In de herinnering en de beleving van Vertonghen was het omslagpunt de met 0-2 gewonnen uitwedstrijd tegen NAC halverwege februari, de eerste in wat een lange reeks van overwinningen zou worden. Was die zege in Breda er nog vooral eentje op strijd en karakter, geleidelijk hervonden de Amsterdammers ook de bravoure in hun spel. Winnen van Manchester United op Old Trafford was daarbij een heilzaam medicijn. ,,Het cruciale element is de druk die we zetten bij balverlies,'' analyseert Vertonghen. ,,Als we de bal kwijtraken, jagen we de tegenstander vrijwel meteen op om hem weer terug te veroveren. Dat klinkt simpel, maar het eist heel veel van ons. Je moet met z’n allen geloven in deze strijdwijze, anders is het niet op te brengen en is het gedoemd te mislukken.''
Hij spreekt lovend over zijn trainer en diens standvastigheid, ook in mindere tijden. ,,Frank de Boer werkt volgens de visie van Ajax en is daar nooit van afgestapt, ook niet toen we het moeilijk hadden. Het heeft veel geduld gevergd om die speelwijze er in te krijgen; met dat druk zetten bij balverlies, snel omschakelen bij balbezit, het positiespel dat daarbij hoort. Dat komt er nu allemaal uit en daar mogen we De Boer dankbaar voor zijn.''
Nu het elftal soepel over de velden marcheert, durft de kapitein ook zijn handelsmerk weer te etaleren. Met enige regelmaat krijgt Vertonghen het publiek in de ArenA op de banken, als hij een voor hem zo kenmerkende rush inzet. Met de bal aan de voet rukt hij dan op, met grote passen, vanaf het eigen strafschopgebied, slalommend door de vijandelijke linies, soms tot ver op de andere helft. ,,Uit de tijd dat ik nog op het middenveld speelde, weet ik dat ik een tegenstander kan uitspelen en dat ik het vermogen heb om bij het doel van de tegenstander te komen. Die rushes zijn heel natuurlijk ontstaan, eigenlijk vanaf het moment dat Martin Jol mij vast op ‘nummer 4’ posteerde. Sindsdien doe ik het steeds vaker, maar alleen als de situatie er om vraagt. Zoiets mag geen doel op zich worden. In een sterkere competitie zal het ook lastiger zijn om zo’n rush te maken. Vroeger zag je het Lucio nog wel eens doen, maar verder schiet me niemand te binnen.''
Ruim een week geleden werd hij 25 jaar. Los van die leeftijd maakt zijn rijpheid als persoon en als sporter dat Vertonghen open staat voor een nieuwe episode in zijn carrière, in een ander land, bij een andere club, in een andere stad, een andere omgeving. ,,Je moet gaan als je zelf voelt dat je er klaar voor bent,'' zegt hij. ,,Of dat nu op je 21ste of op je 25ste is. Leeftijd is geen issue. Ik voel me er als voetballer nu klaar voor.''

NEYMAR
Hoezeer supporters van Ajax een eventueel vertrek van hun aanvoerder ook zullen betreuren, ze zullen ook inzien dat het een wetmatigheid is dat de eredivisie zijn sterkste spelers jaarlijks ziet uitvliegen naar grotere, meer prestigieuze competities. ,,Dat is de realiteit,'' zegt Vertonghen. ,,Nederland brengt fantastische voetballers voort, de beste van de wereld. Maar het land is eenvoudigweg te klein om te kunnen concurreren met Duitsland, Engeland, Spanje, Italië. Daar gaat zo veel meer geld om. En uiteindelijk is geld kwaliteit en omgekeerd. Ajax zou waarschijnlijk ook wel een speler als Neymar willen halen. Maar het is simpel: zo zit de wereld niet in elkaar. Nederland is net als België puur een opleidingsland. Spelers die het allerhoogste niveau nastreven, moeten hier niet hun hele leven blijven zitten.''
Niettemin is de eredivisie een strijdperk om te koesteren, meent Vertonghen. ,,Ik houd echt van die competitie. Van de manier waarop er gevoetbald wordt, van de ambiance in de stadions, van de infrastructuur.''
De Belg is dankbaar dat hij er deel van uitmaakt, al is dat wellicht binnen afzienbare tijd passé. ,,Ik heb prachtige dingen meegemaakt bij Ajax, met het kampioenschap van vorig seizoen uiteraard als hoogtepunt. Zo’n climax maak je waarschijnlijk nooit meer mee. Het hele seizoen in de achtervolging op Twente en ze dan op de laatste speeldag inhalen. De sfeer in het stadion, uitzinnig publiek, dat maakte het plaatje compleet. Iedereen die daar bij was, vergeet dat nooit meer.''

(Publicatiedatum: 2 mei 2012)

Geen opmerkingen: